Microsoft gebruikt een bestand met de .VHD extensie om virtuele machines op te slaan. Dit gebruiken ze voor zowel Virtual PC, Hyper-V en Virtual Server, maar helaas kun je een Virtuele Machine gemaakt op Hyper-V niet gebruiken op Virtual PC en Hyper-V. Normaal gesproken kun je een Virtual PC of Virtual Server ook niet installeren op een machine waar de Hyper-V rol op geinstalleerd is. En dat is lastig, want dat zou betekenen dat ik twee verschillende machines nodig heb om de verschillende images te kunnen gebruiken. Je kunt natuurlijk twee Windows installaties op een machine zetten, maar dat kost extra ruimte. Dit wordt veroorzaakt door de Hypervisor, die uit moet staan om VirtualPC/Server te kunnen gebruiken. Alleen is deze wel noodzakelijk voor Hyper-V. De oplossing (of in ieder de oplossing die ik gebruik): Schakel HyperVisor uit als je 'm toch niet nodig hebt. Daarmee kun je iig Virtual PC gebruiken.

Deze tip maakt een extra entry aan in het opstartmenu van Windows 2008 Server. De standaard optie gebruikt HyperVisor wel (als Hyper-V geinstalleerd is), de tweede optie schakelt HyperVisor uit. Dit kun je doen met behulp van BCDedit. Start een commandprompt als administrator, en voer de volgende regels uit:

bcdedit /copy {current} /d "Microsoft Windows Server 2008 - GEEN hypervisor"

Geef nu het commande BCDEdit, zonder een optie. Nu krijg je de twee opstartopties te zien. Kopieer de  recoverysequence (begint met {, eindigt met } ), en voer dan

bcdedit /set {zojuist gekopiëerde recoverysequence} hypervisorlaunchtype off

in.

Als je nu windows opnieuw start, en je kiest voor de tweede optie, dan kun je Virtual PC zonder problemen installeren en gebruiken. Hyper-V werkt op dat moment uiteraard even niet, maar die werkt weer na het kiezen voor de eerste optie tijdens het opstarten.

Met dank aan het artikel op Blog.master-it.nl.